zondag 10 juni 2018

OMDAT IK VAN JE HOU


Ze nam me overal mee naartoe,
voor te reizen nooit te moe. Met ons tweetjes
in berg en dal ...  Op de koop toe, kreeg
ik nog een souvenir, daarover schrijf ik hier.

 Uit het Eifelgebied, een witte draagkorf
 van zuiver ambachtelijk riet. Zoiets zag je
toen bij ons niet. Ik sleurde het mandje overal
 mee naartoe, naast me op de bus, in de fabriek:
  ter plaatse rust. De reis die ik haar voor “later”,
 samen met mijn partner beloofde, is er nooit
van gekomen.
Ze moest er toen om lachen.
In het rieten mandje liggen nu gedachten
te smachten, om in vogelvlucht te vliegen,
over zee en land.  Met in ons beiden hand
de ambachtelijke witte rieten mand, erin 

89 verjaardagskusjes.

(ondertussen 90!)

©De Kimpe Marleen
13 maart 2017

DAAR KOMT DE BRUID

Zag ze allemaal staan dromen,

 die fruitbomen.

“Moeten daar nu peren aankomen,”

vroeg ik me af, wat een wonder.

Maar het bijzonderste was

de zwevende wolk, die haar witte bruidssluier

 zomaar weggaf en het landschap betoverde.


©De Kimpe Marleen
3 april 2017

MAG DOEL NU BLIJVEN

Zie hem nog met
opgestroopte broekspijpen
voor me staan om
met een wijde blik

het pittoreske dorp
met zijn modderpoelen
stil en ontroerd
gade te slaan

Doel zal verdorren
eenzaam dwalen
in de schorren
zei hij tegen mij

boven dit gehucht
hangt er nu bijna
een halve eeuw
een rauwe elektrisch

geladen schreeuw
te bengelen in de lucht
tezamen met het schietgebed
van de vorige generatie

die zo graag vandaag
hun nazaat met opgestroopte
 broekspijpen ziet wandelen
door de straten van toen

naar de schorren toe.

©De Kimpe Marleen
2009 - 3 maart 2017

woensdag 6 juni 2018

zaterdag 19 mei 2018

Neen
 het zonnetje geeft
geen kans aan
naargeestige gedachten

ze versmachten door
haar warme gloed

de as van wat was
 verstop ik olijk onder
een strooien hoed en kijk
ik gooi hem weg met

een oprechte goedendag
ik merk op: “Hé … ik lach.”

©De Kimpe Marleen
19 mei 2018

woensdag 9 mei 2018

DE WAASLANDWOLF

DE WAASLANDWOLF

Wil nog iets van mij laten horen.
Zie het als een afscheidswoord.
Inderdaad, ik heb de strijd verloren.
Maar nu wordt eens mijn stem gehoord.

Ik was gewoon een dier, zoals er ook andere zijn.
Misschien wat wild en een beetje groot.
Als maaltijd verkoos ik: schaap, fazant, konijn.
Maar wat doet U in hongersnood?

Ik wilde met de mensen vriendschap sluiten.
Kon echter mijn drempelvrees niet overwinnen.
Toen dwaalde ik verder en sloot mij buiten.
Kwam tot het besluit: nooit zou men mij beminnen!

Na een helse achtervolging lig ik hier.
Dood en grafstil begraven, niemand weet waar.
Ik de  unieke Waaslandwolf, voeder voor de pieren.
Help! Breng mij naar een nobelere thuishaven.

Zal op mijn knieën, de boeren vragen:
“Mea culpa voor al dat leed.”
Ik weet het, het waren vreselijke dagen.
Doch …
Ik zou geen wolf heten, als ik geen schaap opeet.
I’m sorry.

©De Kimpe Marleen
Gedichtendag 2001 (herbewerkt)