maandag 11 november 2019

OP DE BERGNEUS

Een berg met het uitzicht

van een gezicht, wenkt mij.

Klimmend hem nabij zetel ik me

op zijn neus en zie rondom.

In het vizier de oneindigheid,

met een variatie berggezichten.

Ertussen een kronkelende bergrivier.

Vrij als een vogel ontwaar ik de hemel.

Mijmerend vallen mijn ogen toe.

“waar is toch die verborgen schat,

op het verdoken smalle pad.”

Ver-berg.

©De Kimpe Marleen
29 juni 2010(beetje herbewerkt op 11 november 2019)